In opdracht van gemeente Rotterdam, in samenwerking met Johanna van Doorn, 2024-2026
Na de oorlog stroopten de Rotterdammers de mouwen op om de puinhopen op te ruimen en de haven en de stad – in die volgorde – te herbouwen. Ongelimiteerde economische, technologische en ruimtelijke groei was het devies. Aan het einde van de jaren zestig leken de grenzen van groei en maakbaarheid echter bereikt. Toch groeide Rotterdam uit tot de grootste haven ter wereld en wist die positie ook (van 1962 tot 2003) vast te houden. De periode 1965-1990, ook wel post65-periode genoemd, was een tijd waarin tegenstrijdige bewegingen tegelijk optraden of op elkaar reageerden. Dat is niet alleen kenmerkend voor de ontwikkeling van de Rotterdamse haven, maar ook voor de infrastructuur.
Soms vertellen de plannen die niet werden uitgevoerd ons meer over de tijdsgeest dan de projecten die er wel kwamen. Denk hierbij ook aan de veranderende betekenis van de auto. In het Basisplan uit 1946 van Cornelis van Traa, dat de basis vormde van de wederopbouw van Rotterdam, kreeg de auto ruim baan door grote verkeersdoorbraken en immense verkeerspleinen. In de jaren zeventig werd hier (deels) op teruggekomen. Zo leidden de immense sloopplannen waarmee het Rottetracé en de Willemsverbinding gepaard gingen tot hevige protesten. De Rotterdammers lieten steeds luider hun stem horen over het gemis aan herbergzaamheid in hun stad en streden voor instandhouding van hun wijken en de groene kwaliteit van hun leefomgeving. De post65-periode wordt gekenmerkt door toenemende aandacht voor de menselijke maat, terwijl de machinerie van de haven onverlet verder dendert.
Dit essay is het startpunt voor een inventarisatie van het post65-erfgoed gerelateerd aan de Rotterdamse Haven en infrastructuur.
Beeld: luchtopname van het windscherm tussen de Calandbrug over het Calandkanaal en de Rozenburgsesluis, 1987. Het windscherm bestaat uit halfronde betonnen elementen van 25 meter hoog, ontworpen door gemeentearchitect Maarten Struijs, landschapsarchitect Frans de Wit en constructeur Jopp Schilperoord. Bron: Stadsarchief Rotterdam
