Beursgebouw Almere

Voor de gemeente Almere maakte ik een cultuurhistorische waardestelling van een van de eerste kantoorgebouwen van de stad.

In opdracht van Gemeente Almere, 2021

Het bedrijfsverzamelgebouw in Almere-Stad werd in 1982 in gebruik genomen, vijf jaar eerder dan het treinstation. Hiermee markeert het Beursgebouw de prille begindagen van Almere. Voor vele Almeerders is het een herkenningspunt; het heeft daarmee herinneringswaarde en biedt een anker in een continu veranderende stad. Het gebouw is een interessant onderdeel van het oeuvre van Environmental Design (later AKH), waarin de opvatting dat techniek het ontwerp moet bepalen, op zeer radicale wijze is doorgevoerd. Het gebouw is uitgesproken ruimtelijk door de twee van elkaar verspringende volumes, met verschillende bouwhoogtes. Door het gebruik van beton en geprononceerde raampartijen kon het binnenklimaat beter beheerst worden; koelte in de zomer en warmte in de winter. In Nederland kennen we maar een paar voorbeelden van echte high-tech-architectuur, waarbij de installaties niet zijn gecamoufleerd, maar volledig met de architectuur zijn verweven. Dat maakt het Beursgebouw uniek.

De Beurs was het eerste pand dat in het centrum werd gebouwd. [Archieffoto: Stadsarchief Almere/Hanzevast]

IBM Amsterdam

De voormalige schrijfmachinefabriek van IBM ligt in het zwaartepunt van de gebiedsontwikkeling in het Schinkelkwartier.

In opdracht van Gemeente Amsterdam, 2021

In de schrijfmachinefabriek aan de Johan Huizingalaan werden schrijfmachines, toetsenborden, kabels en besturingseenheden gefabriceerd door het internationaal toonaangevende IBM (International Business Machines). De architectuur was in handen van de architecten Dick van Mourik en Jan Willem du Pon, die al eerder verantwoordelijk waren voor een bedrijfslaboratorium van IBM in Uithoorn. Een cultuurhistorisch onderzoek moet uitsluitsel bieden of delen van het complex in aanmerking komen om te behouden of (in combinatie met het verhaal van IBM) terug te laten komen in de gebiedsontwikkeling. In dit onderzoek wordt eerst ingegaan op de cultuurhistorische betekenis van het complex. In het advies ga ik in op de mogelijkheden om (delen van) het complex mee te nemen in nieuwe ontwikkelingen. Zo kan het industriële karakter als kwaliteit worden behouden en gekoesterd als identiteitsdrager voor de nieuw te bouwen stadswijk.

Het fabriekscomplex aan de Johan Huizingalaan kwam in drie fases tot stand. De eerste fase uit 1966 betreft de laagbouw (nu Global Switch) aan de noordzijde van het terrein. De tweede fase uit 1972 bestaat uit een administratiegebouw van vijf lagen hoog aan de oostzijde. De laatste fase uit 1974 is een tweede laagbouwvleugel aan de zuidzijde. Het voormalige administratiegebouw en de tweede laagbouwvleugel worden nu gebruikt door B.Amsterdam. Aan het einde van de jaren tachtig verloor de fabriek zijn betekenis en kwamen de gebouwen deels leeg te staan. In 2000 stootte IBM het complex definitief af.

Het IBM-terrein in 1976. [Stadsarchief Amsterdam]

Schiphol – Grensverleggend luchthavenontwerp 1967-1975

Samen met Paul Meurs schreef ik een boek over het nieuwe Schiphol uit 1967.

Het nieuwe Schiphol opende in 1967 haar deuren. Alles was uitgedacht, van het stelsel van landingsbanen tot aan de details van het interieur en de inmiddels wereldberoemde bebording en belettering. De ontwerpers hadden goed naar de nieuwste ontwikkelingen in de luchtvaart gekeken en brachten die compromisloos samen. Zo werd Schiphol een schoolvoorbeeld van een moderne luchthaven. Schiphol is een geoliede machine, waar grote stromen van mensen, vliegtuigen en bagage vanzelfsprekend doorheen worden gesluisd. Alles werd in het werk gesteld om de passagier op zijn gemak te stellen en overzicht te geven, ondanks alle hectiek.

Dit boek beschrijft en verbeeldt hoe een groot team topontwerpers destijds vorm gaf aan dit nieuwe Schiphol. Met het cultuurhistorische onderzoek van SteenhuisMeurs als basis, aangevuld met een schat aan historische foto’s, is dit een intrigerende kennismaking met de ideeën achter het ontwerp van Schiphol. Ideeën die de sfeer en de kwaliteit van deze luchthaven tot op de dag van vandaag bepalen.

Het boek is een uitgave van nai010 uitgevers en werd vormgegeven door Beukers Scholma.

Projecten SteenhuisMeurs 2018-2021

Bij SteenhuisMeurs heb ik gewerkt aan een breed scala aan projecten van diverse schaalniveaus.

SteenhuisMeurs voorziet actuele ruimtelijke opgaven van een cultuurhistorisch fundament. Dit onderzoeksbureau werkt aan de toekomst van gebouwen, stedelijke gebieden en cultuurlandschappen vanuit de wetenschap dat deze plekken een geheugen hebben. SteenhuisMeurs duidt de context en definieert het laadvermogen. Dat gebeurt in opdracht van overheden, vastgoedbedrijven en ontwerpbureaus voor wie ruimtelijke kwaliteit en cultuurhistorische waarden onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Door middel van kennis en advies worden zij in staat gesteld om goed beargumenteerde keuzes te maken in bijvoorbeeld herbestemming of nieuwbouw.

De projecten waar ik in de periode 2018-2021 als architectuurhistorisch onderzoeker aan heb gewerkt:

Stationsgebied Enschede (Molenstraat en Hengelosestraat)
Cultuurhistorisch onderzoek en waardestelling

Militair hospitaal, Amersfoort
Cultuurhistorische analyse

Lingeoevers, Gorinchem
Cultuurhistorische analyse en aanbevelingen voor transformatie

Hondemanbuurt, Zaandam
Cultuurhistorische quickscan

KEMA-terrein, Arnhem
Cultuurhistorische quickscan

Poelenburg en Peldersveld, Zaandam
Cultuurhistorische waardestelling

Schiphol, Centraal Areaal, 1988-2018
Cultuurhistorisch onderzoek

Den Haag stationsgebied
Cultuurhistorisch onderzoek

Redoutes en retranchement Ooltgensplaat
Aanbevelingen voor een betere zichtbaarheid en beleefbaarheid

Havenkanalen Goeree-Overflakkee
Onderzoek naar de uniciteit

Havenkanaal Dirksland
Cultuurhistorisch onderzoek en ruimtelijke aanbevelingen

Ringdijk Haarlemmermeer
Narratief, selectie en waardering, monumentenselectie

Metropoolregio Amsterdam (MRA)
Strategisch narratief

PEN-dorp Alkmaar
Cultuurhistorische waardestelling en aanbevelingen voor transformatie

Beijum Groningen
Cultuurhistorische verkenning

Schiphol, Centraal Areaal 1967-1975
Cultuurhistorisch onderzoek

Laag-Soeren
Gebiedspaspoort: ruimtelijke kaders voor in het omgevingsplan

Raadhuis raadzaal, Hengelo
Cultuurhistorische en bouwhistorische waarden

Haarlem, Slachthuisterrein en gebouwen
Cultuurhistorische verkenning en aanbevelingen voor transformatie

Voormalig Kantongerecht, Eindhoven
Cultuurhistorische waardestelling en aanbevelingen voor verduurzaming

Cultuurhistorische waardestellingen van rijksmonumenten in het aardbevingsgebied Groningen
Pastorie, Molenhorn 6-8 Zandeweer
Woonhuis, Solwerderstraat 12 Appingedam
Woonhuis, Solwerderstraat 14 Appingedam
Smederij, Wierdeweg 8 Leermens
Oldambtster boerderij Jensemaheerd, Hoofdstraat 47 Stedum

Polder Nijbroek
Strategisch narratief

Wilhelminaschool, Rotterdam Crooswijk
Cultuurhistorische waardestelling

Terrein Dennenoord, Zuidlaren
Cultuurhistorisch onderzoek

De groene horizon

Voor dit boek interviewde ik een aantal markante Flevolanders over ‘hun’ landschap.

De Groene Horizon vertelt het verhaal over vijftig jaar bouwen aan het groene landschap van oostelijk en zuidelijk Flevoland. Voor het boek interviewde ik een aantal markante Flevolanders over ‘hun’ landschap.

In 1918 kwam de Zuiderzeewet tot stand, waarmee de start werd gegeven voor de drooglegging en de aanleg van de IJsselmeerpolders. De polders brachten niet alleen nieuw land, er werd ook een geheel nieuw landschap gerealiseerd dat vandaag de dag tot volle wasdom is gekomen. Het water van de Zuiderzee heeft definitief plaatsgemaakt voor de groene horizon van de polder. De realisatie van de Flevopolder was van belang voor heel Nederland. Daarom nam het Rijk het voortouw bij de inrichting van de polder. Vooral de schaal van het Zuiderzeeproject en de lange adem van de overheidsplanning die dit mogelijk maakte dwingen nog steeds bewondering af, tot ver buiten onze landsgrenzen.

Maakbaarheid en onvoorspelbaarheid

Dit boek beschrijft de aanleg en ontwikkelingsgeschiedenis van het groene landschap van de Flevopolder: Oostelijk en Zuidelijk Flevoland. Het is een verhaal van steeds veranderende idealen, van een werkelijkheid die soms weerbarstiger was dan verwacht, een verhaal van maakbaarheid en onvoorspelbaarheid, van visie en aanpassingsvermogen. Het boek is een initiatief van Staatsbosbeheer en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Bekijk het boek bij uitgeverij THOTH

Erfgoed in de Omgevingswet

De afgelopen jaren heb ik gewerkt aan verschillende publicaties over erfgoed in de Omgevingswet.

De komst van de Omgevingswet veroorzaakt een cultuuromslag in gemeentelijke organisaties. Onder het motto ‘van nee tenzij, naar ja mits’ wordt veel regelgeving losgelaten. Ruimtelijke belangen, zoals wonen, infrastructuur, milieu, natuur, water, luchtkwaliteit en erfgoed worden integraal afgewogen. Omgevingsplannen komen in de plaats van bestemmingsplannen en structuurvisies maken plaats voor omgevingsvisies. Er is een grotere rol weggelegd voor participatie, waarbij bewoners en andere belanghebbenden bij de planvorming worden betrokken.

Erfgoed als drager voor ruimtelijke ontwikkelingen

Het lijkt een onmogelijke opgave: talloze belangen afwegen, van bodem tot lucht. Juist daarom is een integrale benadering van belang. Cultureel erfgoed is per definitie onderdeel van de omgevingsvisie, maar het domein van erfgoed en ruimte is veel breder dan alleen monumenten of archeologie. Het gaat over het grote verhaal van ons verleden. Hoe hebben ruimtelijke structuren zich ontwikkeld? Hoe tekende economische groei en krimp zich door de eeuwen heen af in het landschap? Welke maatregelen troffen we in de stad om de waterstand onder controle te houden? Dit soort ontwikkelingen zijn bepalend voor de identiteit van onze leefomgeving én kunnen als inspiratie dienen bij toekomstige ruimtelijke opgaven.

Lees hier enkele artikelen die ik schreef in het kader van de Omgevingswet:

Beeld: bouw Pentagon Zwanenburgwal, opgeleverd 1983 / ontwerp Theo Bosch – bron foto Gemeentearchief Amsterdam

Cultuurhistorie als kennisbron voor de klimaatstresstest

Een stappenplan voor gemeenten. 

Nederlandse gemeenten zijn volop aan de slag met de klimaatstresstest. Hiermee brengen zij de kwetsbare locaties in beeld als het gaat om wateroverlast, hitte, droogte en overstromingsgevaar. Cultuurhistorische kennis is essentieel om de logica van oude watersystemen te ontrafelen en zo knelpunten én kansen scherp in beeld te krijgen. Kennis over het verleden biedt zowel inzicht in het watersysteem, als aanknopingspunten voor mogelijke oplossingen. Dit stappenplan laat zien hoe dat in zijn werk gaat.

Download de brochure hier.