Architectuurhistorisch advies in Fryslân

In 2023 werkte ik als interim adviseur architectuurhistorie voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

In opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 2023

In deze hoedanigheid adviseerde ik over ingrepen aan talloze rijksmonumenten in de provincie Fryslân, zoals de verduurzaming van woongebouwen, het binnenklimaat van kerken, het herbestemmen van monumentale boerderijen en landschapsaanleg bij monumenten, bijvoorbeeld in het geval van de Belvedere Toren in Oranjewoud (zie afbeelding). Onder mijn verantwoordelijkheid werd het rijksmonument de Grote of Gertrudiskerk in Workum uitgebreid met de bijbehorende begraafplaats. Bij landgoed Olterterp werd de tuinaanleg in het rijksmonumentenregister bijgeschreven. Ook hield ik me bezig met een groot aantal rijksmonumenten die bijvoorbeeld door grote schade of administratieve fouten in aanmerking komen om als rijksmonument af te voeren.

Religieus erfgoed in Overijssel

Samen met Mireille Dosker schreef ik het essay ‘Bouwen aan geloofsplekken.’

In opdracht van Het Oversticht, 2022-2023

Het gaat om het eerste deel van een drieluik over religieus erfgoed in Overijssel, geinitieerd en uitgebracht door het Steunpunt Cultureel Erfgoed Overijssel. In het stuk wordt in vogelvlucht wat de verschillende religies aan geloofsgebouwen hebben voortgebracht, van de vroege middeleeuwen tot nu.

Almere-Haven Centrum

In Almere-Haven stond de beleving van de stad en het landschap centraal, waarbij werd ingezet op een levendig centrum.

In opdracht van de gemeente Almere, i.s.m. Victorien Koningsberger, 2022

De aanleiding voor deze cultuurhistorische analyse was de cultuurhistorische waardenkaart die samen met de erfgoednota door de gemeenteraad van Almere is vastgesteld. Om meer inzicht te krijgen in de waarden van de diverse post-65-wijken die Almere rijk is, is er nu behoefte aan een reeks wijkbiografieën. De eerste in deze reeks is – heel toepasselijk – ook de eerste aanzet voor de stadswording van Almere in 1974: het centrumgebied van Almere-Haven. Almere-Haven kent een interessante ideeëngeschiedenis. Deze eerste kern van Almere werd door de ontwerpers gepositioneerd in een eeuwenlange geschiedenis van Hollandse havensteden. Hiermee werd de modernistische opzet van Lelystad verlaten en nadrukkelijk gekozen voor een andere koers: een mix van functies, waar wonen, werken, winkelen en cultuur vanzelfsprekend bij elkaar komen.

Voor dit onderzoek zetten Victorien Koningsberger en ik de uitgangspunten van Almere-Haven Centrum op een rij om vervolgens vijf deelgebieden nader te bekijken. Hiermee volgden we de fasering van Almere-Haven. Deze gebieden representeren niet alleen elk een fase van de bouw van Almere-Haven Centrum, maar hebben ook een eigen unieke sfeer en uitgangspunten. Op basis van het onderzoek brachten we de cultuurhistorische waarden van het gebied in beeld en gaven aanbevelingen voor toekomstige ontwikkelingen.

Militair Neurose Hospitaal, Austerlitz

Het voormalige Militair Neurose Hospitaal vertegenwoordigt een volstrekt unieke episode uit de Nederlandse krijgsgeschiedenis.

In opdracht van de gemeente Zeist, 2022

‘De jongens, de patiënten, (de cursisten, zo men wil) peinzen niet over straks. Zij denken aan het nu en laten zich gaan. Zo lang het nog kan vieren zij feest, discussiëren zij over loodzware problemen, doen zij met volledige overgave aan volleybal, basketball, voetbal, hardlopen, zwemmen en gymnastiek, werken zij dagen achtereen in de tijd van de arbeidstherapie in de pottenbakkerij, in de tekenzaal, in het lokaal van de houtbewerking, kijken zij naar films en toneelstukken, die hier iedere week gegeven worden, musiceren zij tot diep in de nacht (op avondpermissie wordt niet gelet), bespreken zij urenlang met elkaar, de dokter of de “groep” de sexuele problemen die op deze leeftijd zeker voor hen nog het gewicht hebben van een caisson, en zwijgen lang, héél lang (bij wijze van sport) tijdens de kleinere groepsdiscussie die onder toezicht van de psychiater-zaalarts tweemaal in de week wordt gehouden. Drie maanden lang léven zij, de onaangepasten die bewust of onbewust in botsing kwamen met de militaire samenleving (…).’

Dit levendige sfeerbeeld komt uit een reportage van 25 januari 1964 uit de Tijd Maasbode, toen bekend werd dat het Militair Herstellings- en Oefencentrum – voorheen Militair Neurose Hospitaal – voorgoed zou sluiten. Het in 1947 opgerichte Militair Neurose Hospitaal vertegenwoordigt een tragikomische kant van de Nederlandse militaire geschiedenis, maar is als instituut ook volstrekt uniek. Het verhaal van deze bijzondere plek wordt met het verstrijken van de tijd steeds onbekender en dreigt in de vergetelheid te raken. Om dat te voorkomen, wil de gemeente Zeist het voormalige terrein van het Militair Neurose Hospitaal aanwijzen als gemeentelijk monument. Om een monumentaanwijzing te kunnen onderbouwen, heb ik een waardestellend cultuurhistorisch onderzoek naar het terrein verricht.

Situatie van het terrein na 1964, Gemeentearchief Zeist

Haven Kats

Cultuurhistorisch onderzoek als input en inspiratie voor de transformatie van een werkhaven.

In opdracht van Ceerm ontwikkeling, i.s.m. Johanna van Doorn, 2022

De haven van Kats is niet zomaar een haven. Het was behalve een veerhaven ook de productiehaven en kraamkamer van de Deltawerken. Na de ingebruikname van de Zeelandbrug in 1965 verviel de veerhavenfunctie en veranderde dat gedeelte in een jachthaven. Het deel met de werkhaven bleef daarentegen tot in de jaren negentig als productiehaven in gebruik. Wie de huidige haven bezoekt komt in een tijdscapsule terecht vol relicten en ruïnes uit de tijd dat hier de prefab betonelementen werden gemaakt. De haven ligt centraal in het Nationaal Park Oosterschelde en valt op door de iconische portaalkranen die boven de rest van het landschap uittorenen.

De haven van Kats staat nu op het punt een nieuw hoofdstuk in te gaan. Ceerm ontwikkeling is voornemens de productiehaven te ontwikkelen en wil cultuurhistorie een rol in de gebiedsontwikkeling geven. Dit ligt in het verlengde van de wens van het Dorps- en Havencomité Kats om de cultuurhistorische betekenis van het havengebied inzichtelijker te maken en cultuurhistorie als kans voor een onderscheidende en gebiedseigen ontwikkeling te benutten. Samen met Johanna van Doorn werkte ik aan een cultuurhistorisch onderzoek als input en inspiratie voor de transformatie van het havengebied tot een toekomstbestendige ontwikkeling.

Dit project is een samenwerking met Johanna van Doorn (links) Johannavandoorn.nl

Sola Zeist

Cultuurhistorisch onderzoek naar bestekfabriek van Sola, die onlosmakelijk verbonden is met de historie van Zeist.

In opdracht van de gemeente Zeist, 2022

Op 10 september 1949 schreef de Heerenveense Koerier: ‘Gisteren is te Zeist de geheel verbouwde Solafabriek opnieuw in gebruik genomen, waarmee een mijlpaal wordt bereikt door een belangrijke Nederlandse industrie, welke niet alleen aan 600 arbeiders werk verschaft, maar die ook zilveren gebruiksvoorwerpen als messen, vorken, lepels enz. vervaardigt, waarop men terecht in geheel ons land trots is. Er wordt wel eens beweerd, dat Schoonhoven en Voorschoten de Nederlandse zilversteden zijn. Wie – zoals wij – een kijkje in de vernieuwde fabriek heeft genomen, zal moeten toegeven, dat Zeist thans in één adem met deze beide steden genoemd mag worden.’ Van de drie grote bestekfabrikanten die Zeist rijk was, is Sola de enige die nog voortvarend aan de weg timmert. In 2022 viert het bedrijf zijn honderdjarig jubileum en ontving het predicaat van Hofleverancier. De aanleiding voor dit onderzoek was meer inzicht te krijgen in de nog aanwezige cultuurhistorische waarden van het fabriekscomplex aan de Van Reenenweg 155.

Westzanerwerf

Cultuurhistorisch onderzoek en een transformatiekader voor de Westzanerwerf te Westzaan.

In opdracht van Parteon, 2022

‘Ga op den hoogen IJ-dijk staan, met uw rug naar de vage karteling op den horizon, die Amsterdam heet, en beleef Westzaan. Deze gemeente is zoo Zaansch als haar zusters in het Zaansche, al schijnt het fabriekselement minder prominent dan elders.’ Zo wordt Westzaan beschreven in het boek Een houten jubileum uit 1946, waarin de geschiedenis van de houthandel Rot (vanwege marketingtechnische redenen werd de naam later veranderd in Rote) wordt geschetst, die op de locatie vlak achter de genoemde IJ-dijk gevestigd was.

Tegenwoordig is woningstichting Parteon eigenaar van deze locatie en is voornemens om hier samen met AM een woningbouwplan met 200 woningen te realiseren. De locatie, die ‘Westzanerwerf’ wordt genoemd, bevindt zich aan de oostzijde van Zuideinde, de toepasselijke naam voor een buurtschapje aan het zuideinde van de ontginningsas van de Polder Westzaan. Om de ontwikkelingen op de Westzanerwerf te kunnen inbedden in het DNA van de Zaanstreek verrichtte ik een cultuurhistorisch onderzoek en maakte een transformatiekader.

Beeld: de Westzaanse haven in 1978, met op de voorgrond het buitenzwembad, dat in 1925 was geopend. Op de achtergrond is de schaalvergroting van Rote uit de jaren zestig te zien, met een reeks aaneengeschakelde loodsen. [Westzaansedigitalebeeldbank.nl]. Onder: inventarisatie bestaande waarden

Directeurswoning en kantoor, Hoofddorp

Een waardestelling van de directeurswoning van de conservenfabriek Blad en Van de Vijver aan te Hoofdorp.

In opdracht van de gemeente Haarlemmermeer, 2021

De voormalige directeurswoning aan de Kruisweg 1159, 1161, 1163 te Hoofddorp is markant gesitueerd op de hoek van de Geniedijk, de Kruisweg en de Burgermeester Pabstlaan. Het gebouw kent een interessante geschiedenis die nauw samenhangt met de landbouwkundige ontwikkeling van de Haarlemmermeerpolder. In de conservenfabriek werden groenten als kool, snijbonen en augurken ingemaakt, geconserveerd en geëxporteerd naar Duitsland. In opdracht van de gemeente Haarlemmermeer, die tevens eigenaar is van het pand, maakte ik een cultuurhistorische waardestelling.

Beeld: de woning rond 1990. [Noord-Hollands Archief]

Kempkensberg Groningen

Johanna van Doorn en ik onderzochten de ontwikkelgeschiedenis en de kernwaarden van Kempkensberg.

In opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf i.s.m. Johanna van Doorn, 2021

Het Rijkskantoor Kempkensberg, prominent gelegen naast het monumentale Sterrebos aan de zuidzijde van de binnenstad van Groningen, markeert door de hoogte en opvallende verschijningsvorm de entree naar de stad vanaf het spoor en de A7. Sinds oplevering in 2011 behoort het complex tot een van de iconen van de stad. Het complex bestaande uit kantoorgebouw, paviljoen, parkeergarage en stadstuin is het ontwerp van een multidisciplinair team bestaande uit UNStudio, Baljon landschapsarchitecten, Arup, Studio Linse, Ynno  en Bureau van Baar. In dit project is een integrale ontwerpbenadering leidend geweest met ruimte voor langetermijnoplossingen en voor innovatie. Zo zijn hier vernieuwende inzichten toegepast op het gebied van klimaatbeheersing, duurzaamheid en het Nieuwe Werken. De huidige plannen voor een uitbreiding van het complex en het verdiepen van de zuidelijke ringweg vragen om een nadere duiding van het complex. Het onderzoek geeft niet alleen inzicht in de ontwikkelgeschiedenis, maar vat ook de kernwaarden van het ontwerp samen op verschillende schaalniveaus: van het bijzondere integraal (ontwerp)proces, tot de essenties van het landschap, de architectuur en de techniek.

Draka, Amsterdam

Een cultuurhistorische waardestelling en advies voor het voormalige laboratoriumgebouw op het Draka-terrein.

In opdracht van Hines, 2021

De Hollandsche Draad- en Kabelfabriek (kortweg Draka) kent een fascinerende geschiedenis. In 1910 richtte werktuigbouwkundig ingenieur Jan Teeuwis Duyvis de fabriek op in de Nieuwendammerham aan de noordelijke IJ-oevers. Het bedrijf zou zich snel ontwikkelen tot een speler van wereldformaat. Draka vormde een spil in de energietransitie die toentertijd plaatsvond; aan het begin van de twintigste eeuw werd de gasverlichting geleidelijk verdrongen door elektrisch licht. Tijdens de olieschaarste in de Eerste Wereldoorlog raakte de elektrificatie van Nederland in een stroomversnelling en Draka deed goede zaken. ‘De stofzuiger en de strijkbout van de huisvrouw, de technische hulpmiddelen van de mijnwerker en de scheepsbouwer, het telefoonbedrijf, de lift en de gecompliceerde verlichtingsinstallaties op de schepen […] zouden niets betekenen zonder kabel en draad’, aldus het Parool in 1950. Ingeklemd tussen het IJ en het Hamerkanaal ontwikkelde zich een omvangrijk industrieterrein van 4,4 hectare. In 1928 werd het terrein uitgebreid met het C-gebouw, waar onder meer een bedrijfslaboratorium en een proeffabriek in werden gevestigd. Het C-gebouw is tegenwoordig het oudste gebouw dat nog herinnert aan de tijd dat aan de noordelijke IJ-oevers leidingen en kabels werden geproduceerd.

In de toekomst wordt het pand het middelpunt van een nieuwe woonwijk, ontwikkeld door Hines. Het voormalige laboratoriumgebouw wordt als makerspace een karakteristieke drager binnen de ontwikkelingen, met maakruimten en kantoren voor kleine ondernemers. Om het gebouw goed te kunnen integreren in de gebiedsontwikkeling, heb ik gewerkt aan een cultuurhistorische waardestelling waarbij de cultuurhistorische waarden van het gebouw in beeld zijn gebracht en een advies voor de mogelijkheden in de toekomst.

Beeld boven: luchtfoto van het Drakaterrein uit 1946. [Stadsarchief Amsterdam]

Het C-gebouw in 2008, gefotografeerd door Doriann Kransberg. [Stadsarchief Amsterdam]